U, de ideale lezer

U kende de auteurs van ‘De achterkant’ inmiddels. Ze waren u trouw en vertrouwd. Dit is een paradigmashift. Ze stopten aan het begin van de nieuwe middeleeuwen. Ik neem de fakkel over, koester het als een waakvlammetje. Ik probeer wat licht te schijnen op het pad dat ons uiteindelijk weer bij een nieuwe renaissance en hopelijk een nieuwe verlichting brengt.

Langs dat pad staan mensen. Laten we kijken naar wat ze doen. Laten we proberen te begrijpen wat we zien. Met mededogen, oog op verzachtende omstandigheden en de menselijke maat. Fouten maken mag. Struikelen. Je kwetsbaar voelen, blij, bang, bedroefd of boos. Ik zoek naar de juiste woorden, metaforen en vooral naar de juiste toon, steeds met de beste intentie. Vanzelfsprekend sla ik daarbij vast ook wel eens, of misschien geregeld de plank faliekant mis.

Dag gewaardeerde heren Klapperman en Kluizenaar, u leerde mij verlangen naar de zee en naar de eenzaamheid, dank daarvoor. En nu kan ik een schip bouwen. Ik denk nu te weten hoe het moet. De weg op zee weet ik nog niet. Hoe weet ik de weg op zee, kapitein? ‘Daar is geen huis, daar is geen straat, daar is geen bord waar de naam op staat van de richting die je moet gaan.’ Ik bouw er iedere dag aan, in afzondering verbonden met de wereld. Het lostlaten is het lastigste stuk. ‘The art of losing isn’t hard to master’. Ik word er iedere dag beter in: ontvankelijk blijven, tot me nemen, incasseren, loslaten, afstand nemen, er omheen lopen, beetpakken, beetnemen, door mekaar rammelen, loslaten, nagelen, schuren, bevoelen, bevragen, aanwijzen, uitlijnen, toelichten, waterdicht maken, te water laten, uitzenden, uitvaren, uitzwaaien, uitblazen.

Ik ben de nieuwe.

Nieuw hier. Wat onwennig nog hier in de schaduw van mastodonten.

U bent nog steeds dezelfde.

Ook ik zat ooit zo aan mijn ontbijttafel, mijn haar nog warrig, kop koffie of thee erbij. Maar altijd al met pen en papier en soms een schaar.

Nu roep ik de beelden voor u op, omdat ik rondkeek en het me herinnerde met mijn ogen dicht.

Staat u me toe?

We zitten samen aan die tafel, iedere dag. Allebei net wakker. Verwonderd saam te zijn.

Het doet me genoegen aan te mogen schuiven.

U zal ook terugpraten. Mogelijk leeft u mee. Of ik met u. Soms botsen we of stoten we ons aan een scherpe hoek. Pleister op de wonde.

Als het pagina 2 wordt, is de deadline om drie uur. Wordt het de achterpagina, dan heb ik respijt tot even tegen zessen. Zo werd het me verteld. Dus daar ga ik van uit.

De verbinding leg ik tussen de actualiteit en andere zaken, alsmede tussen hoe ik het zie en mijn binnenwereld. Zonder duidelijkheid over hoe het verder loopt. Dingen aan te stippen, zonder ophouden. Met wat we nu weten of konden weten. Voortschrijdend inzicht.

Ik ben de nieuwe kluizenaar. Al blijf ik graag mobiel en in contact. Het draait om contact. Vandaar mijn zoektocht naar wat flexwerkplekken, een goede camper en omdat ik bovendien graag writer in residence ben, hou ik me ook daarvoor van harte aanbevolen. Wat moet zo’n jong ding in afzondering? 500 woorden schrijven. En nog eens. En nog eens.

Columns schrijven, essays, blogs, korte verhalen en romans. Reviews, achtergrondartikelen, theaterteksten. Vandaag weer een stap in de goede richting.

Zegt de ene denker des vaderlands tegen de andere…

EENACTER

DOOR DE CORONAMAATREGELEN KAN DE OFFICIËLE OPENING VAN HET CULTUURHUIS FELIX MERITIS NA JAREN VAN VERBOUWING DEZE MAAND NIET OPEN GAAN. DE HUIDIGE DENKER DES VADERLANDS STAAT NA EEN DOELLOZE WANDELTOCHT, OMDAT ZE NIET KON BEDENKEN WAAR ZE HAAR FIETSSLEUTEL GELATEN HAD, PLOTS VOOR DE DEUR VAN HET DEBATCENTRUM EEN BEETJE BEDREMMELD TE KIJKEN NAAR DE KRIJTKLEURIGE HELDERHEID VAN HET GERENOVEERDE GEBOUW. ZE PAKT UIT GEWOONTE HAAR MOBIELE TELEFOON, ALSOF ZE VERWACHT DAT DAAR STAAT WAT ZE NU MOET GAAN DOEN, ZE ZIET EEN PUSHBERICHT EN BELT IN EEN REFLEX DE VORIGE DENKER DES VADERLANDS.

DE HUIDIGE DENKER: Hey Marli, hoe gaat het?

DE VORIGE DENKER: Met wie?

DE HUIDIGE DENKER: Marli, met Daan.

DE VORIGE DENKER: Oh Daan. Goh wat leuk je stem even te horen. Jij stond trouwens vandaag in de krant, heb ik net gelezen. Tje, hoe lang is dat nu geleden dat we elkaar gesproken hebben? Al maanden zeker. De tijd gaat ook zo snel als ik aan een project werk. Hoe gaat het?

DE HUIDIGE DENKER: Nou, ik ben wel blij dat mijn overvolle agenda vorige week leegliep. Ik kook veel en we eten nu ook weer eens als gezin samen en echt, ongelooflijk, ik heb in geen jaren de kinderen zo vaak ’s avonds in bed gelegd als nu. Maarruh, ik zag net zo’n raar bericht over jou. Ik dacht: ik bel je meteen even.

DE VORIGE DENKER: Over mij? Interessant. Vertel!

DE HUIDIGE DENKER: Heb jij vorige week met Nieuwsuur gepraat?

DE VORIGE DENKER: Ja, was leuk gesprek. Ik zat op mijn werkkamer te denken en ik dacht: ik denk toch dat we die sterftecijfers door Corona niet zo expliciet in het nieuws moeten brengen. Hoe denk jij daarover?

DE HUIDIGE DENKER: Nou, eerlijk gezegd schrok ik. Ik ken je natuurlijk al langer dan vandaag, maar gaat het wel goed met je?

DE VORIGE DENKER: Oh, met mij gaat het wel goed hoor. Voor mij is er niet zo veel verschil. Ik zit, nu ik gepensioneerd ben toch altijd al lekker op mijn studeerkamer opgesloten en dan zie ik soms maandenlang weinig andere mensen. Dus voor mij is het makkelijk. Vorige week was ik wel even bang dat we volledig in lockdown zouden gaan. Die gedachte benauwde me nogal.

DE HUIDIGE DENKER: Ja, ik bedacht me net, dat een fiets overbodig geworden is nu. Ik heb mijn fiets al twee weken niet meer gebruikt, ik ben zelfs mijn sleutel kwijt. Dus ik liep te voet door de straten en er hangt een hele rare sfeer.

DE VORIGE DENKER: Ja, lastig. Maar dat is toch zonde van die mooie elektrische fiets? Waar had je ‘m nog voor het laatst? Kun je dat nog bedenken?

DE HUIDIGE DENKER: Ik kan me niet zo goed concentreren merk ik. Mijn vader woont midden in het rampgebied, drong vanmorgen ineens tot me door en toen was ik zo overstuur dat ik als een gek ben gaan opruimen en schoonmaken. Twee mannen van zijn biljartclub zijn al dood. En nou weet ik dus niet meer waar ik mijn fietssleutel heb gelaten.

DE VORIGE DENKER: Ik denk altijd: Heilige Antonius, beste vrind, maak dat ik mijn fietssleutel weer vind. Helpt altijd.

DE HUIDIGE DENKER: Dat kan ik altijd proberen natuurlijk.

DE VORIGE DENKER: Wat voor sfeer hangt er dan?

DE HUIDIGE DENKER: Misschien komt het omdat ik nu alle tijd heb om aandachtiger rond te kijken. Maar ik voelde me ook bedrukt, ik kwam een beetje in de sfeer van zorg. Vind jij het ook niet een enorm echec dat de opening van Felix Meritis nu niet doorgaat, net zo min als de Nacht van de Filosofie en trouwens zelfs de hele maand van de Filosofie is nu afgelast. Dat is wel een enorme consequentie van dat hele gedoe met dat virus. Dus ja, ik verveel me een beetje. En toen zag ik dat jij het beter zou vinden als er niet te veel informatie gedeeld wordt met de mensen, want dan gaan ze nadenken. Klopt dat, denk jij er zo over?

DE VORIGE DENKER: Hoe denk jij daarover dan?

DE HUIDIGE DENKER: Hoezo? We hebben toch nog niet een overzicht van de omvang van deze ramp, dat moeten we eerst in beeld krijgen. Bijvoorbeeld wat moet ik doen als mijn vader begint te hoesten?

DE VORIGE DENKER: Als we iedere dag dat dodental zien stijgen lijkt me dat niet handig, want dan gaan alle jonge mensen zich zorgen maken. Bijvoorbeeld jij bent een stuk jonger dan ik. En jouw kinderen. En hoe oud is jouw vader nou helemaal, diep in de tachtig toch, is dat dan echt erg als hij een paar jaar korter leeft?

DE HUIDIGE DENKER: Ja, natuurlijk, hij paste regelmatig op de kinderen, zodat ik naar een debat kon in de Gele Hoed, waar het nu trouwens net zo ongelooflijk stil is als op de rest van de Amsterdamse grachten. Je kunt er een kanon afschieten, zeg maar. Vorige maand deed ik samen met mijn vader nog mee aan de kroegentocht met carnaval, was leuk joh, en zat dat we waren. Alle mensen in die kroeg namen om beurten steeds slokjes uit dat heupflesje van mijn vader en hij zorgde steeds dat het bijgevuld bleef. Dat flesje bleef maar rondgaan. Gelachen dat we hebben.

DE VORIGE DENKER: Daar kan je je toch nu niet druk over maken. Ga dan toch gewoon de zolder opruimen, of de laatjes in de keuken, dan kom je vanzelf ook je fietssleutel wel weer tegen. Ik sla me er wel doorheen hoor, ik geloof zelfs dat ik door al dat gedoe voor lig op schema. Daarom heb ik alvast nog wat nieuwe projecten ingepland. En als ik me echt ga vervelen of me echt ga ergeren aan die sterftecijfers steeds, dan heb ik altijd nog de pil van Drion in mijn nachtkastje. En ik heb ook een plaatsje gereserveerd in de levenseindekliniek.

DE HUIDIGE DENKER: Mijn vader denkt daar duidelijk anders over, hij zei: laat mij maar gewoon thuis, en een paar dagen later bestel je de bloemen. Niemand kan van A naar B. Niemand gaat van A naar A, want dat is zo doelloos, zo tegennatuurlijk.

DE VORIGE DENKER: Nog even over die sterftecijfers. Daar moeten ze jonge mensen helemaal niet mee lastig vallen. Die moeten gewoon op een terrasje een biertje kunnen drinken met die paraplu waar ik gisteren patent op heb aangevraagd. Die moeten toch helemaal hun knappe, mooie hoofdjes niet breken over hoeveel doden er nu weer door dat virus zijn. Want dan durven ze helemaal niet meer van A naar B. Weet je wat ik het meeste mis: dat geluid van die rolkoffers. Ik heb hier een hele bovenverdieping via Air-BNB in de verhuur, maar er komt nou natuurlijk niemand door die stomme maatregelen. Ze boren me zo €160 per nacht door de neus.

DE HUIDIGE DENKER: Ja, Marli, ik begrijp dat je dat vervelend vindt en dat je dat geld wel goed kan gebruiken met al die plannen van je, spaarde je niet voor de nieuwste Tesla? Maar als ik hier zomaar wat doelloos rondzwalk op straat valt me op dat de sonosfeer nu heel anders is inderdaad. En ik denk ook dat het goed is voor het klimaat. Luister: iedereen zit hiermee.

DE VORIGE DENKER: Daan, dat is precies mijn punt: sinds wanneer hoor ik bij iedereen? Dat jij je fietssleutel kwijtraakt wil toch niet zeggen dat ik me door dat rotvirus moet laten vastpinnen op mijn werkkamer, dat ik me die extra centen moet laten afpakken en bij dat loket moet gaan bedelen om een beetje compensatie? Ik probeer me nu al jaren te onderscheiden van al die andere oude mensen, zoals jouw vader. Biljarten. Pfff. Boeken schrijven. Me misdragen tijdens de Nacht van de Filosofie of op het boekenbal. Interviews met kranten, en de grote radio en televisieprogramma’s. Leven wil ik. Als dat ook niet meer kan, dan hoeft het niet meer van mij. Ik wilde binnenkort nog een culturele reis maken naar New York, dat gaat over twee weken tenminste weer gewoon open. Deden ze dat hier ook maar. Gewoon die zelfdiscipline bevorderen en hup de economie kan weer jaren door. En nou zeg jij dat iedereen in hetzelfde schuitje zit. Pfff, dit is echt heel kwetsend. Heb je nou echt niks beters te doen, dan zeggen dat we dit gewoon moeten verduren?

DE HUIDIGE DENKER: Ja, volgens mij durf jij de ellende gewoon niet onder ogen te zien, je bent niet voor niets de oude denker des vaderlands? Volgens mij leven jij en in in verschillende sferen, Marli.

DE VORIGE DENKER: Over sferen gesproken. Jij altijd met je klimasfeer. Prima hoor, maar we melden toch ook niet elke avond op het journaal hoeveel mensen er die dag in het verkeer omgekomen zijn. Want als de mensen daar aan denken zou niemand meer in zijn auto stappen. Dus als we iedere dag vertellen hoeveel coronadoden er zijn, dan zou geen weldenkend mens de deur nog uitgaan.

DE OUDE DENKER BEËINDIGT WOEDEND HET GESPREK. DE NIEUWE DENKER HAALT HAAR SCHOUDERS OP EN STOPT DE TELEFOON IN HAAR RECHTER JASZAK. DAAR VOELT ZE MET HAAR VINGERS HAAR FIETSSLEUTELJE…

Review of Crowdsourcing Paris by Joe Bunting

Joe Bunting promises us to accomplish twelve adventures in Paris in order to finally write a life changing book. Successful at teaching people to write books, he longs for finding the time and the right atmosphere for writing a great novel himself.

On the occasion of his 85-year-old Grandmother’s wedding in Florence in the spring some five years ago, Joe suggests to his wife they could travel to Europe some months in advance in order for them to spend some time in Paris together with their ten-month-old son. This would be his opportunity to live the writer’s life in Paris and to write a travelogue in the style of Hemingway.

‘All I wanted out of Paris was to sit in café’s, to soak in the atmosphere, to people watch to my heart’s content, and describe all my surroundings and emotions while doing it, the way Hemingway did’.

Joe Bunting

Knowing all this, what do I expect when I order his book from Amazon, when the postman delivers a package almost two weeks later. At this point I, one of many readers, expect to read a novel. As a writer Joe’s promise makes me fantasize about going to Paris myself and write great fiction.

How well did this book deliver what it promised?

In the first Chapter Joe tells us about Max, a very honest friend of his, and his very supporting father-in-law. Max told him this book idea wouldn’t be very exiting to read about. And his father-in-law suggested, because Paris itself isn’t adventurous enough, to have a whole series of adventures,.

Joe himself is also very honest. This whole idea of having adventures sounds horrible to him. He loves comfort, security and routines. Joe wants to live the life of a great writer, to create memories, create markers in other peoples lives by writing, his work being part of how people define themselves, again like Hemingway did. To him the idea of going to Paris with his wife and baby son would be adventure enough. Moreover he was $600 short. Joe himself is quite anti-adventure. He reasons: adventures only distract a writer from that deep soul work he can only do in solitude and stillness.

Feeling buried in the expectations of a hundred thousand readers of his website and the pressure of his responsibility for his young family Joe starts doubting his intentions, he starts feeling like a fraud, thinks the whole idea is stupid.

He decides to try crowdsource his trip to Paris by asking his readers from TheWritePractice.com for suggestions. They respond enthusiastically in such a way that Joe feels obliged not to disappoint his audience and to follow through with this.

After four days in Paris he realizes that while he truly has no idea what he is doing there, while he feels out of his depth, lost in the darkness of his own adventure, he also knows the worse it wil get for him the better the story will be afterward.

This is the point where he promises the reader the adventure will become worse. I am curious how bad it will get. I wonder why I am not reading a great fiction story. I must have been mistaken. Joe is telling another story.

And then there’s the point when I understand what Joe really wants to accomplish, what he really wants to happen for his readers.

What Joe actually does is greater than the scope of the book itself. A reader of Crowdsourcing Paris takes part in the adventures in Paris as he reads Joe’s story from cover to cover. Joe starts out with a dream. He shares his dream with his Writers Group. He travels to Paris where he will try to accomplish some adventures. He wants to write. Which he does. Although he and his wife are having a hard time in Paris, feeling quite lonely, not able to have as much time to enjoy themselves like tourists can and do; because they are having difficulty to make ends meet; because this big city, it’s difficult language; because the nurturing of their baby son who feels the tension from his young parents and responds to it by being a handful at that time; because doing out of character-adventures that make him feel awkward, not very satisfied with his writing output at that time.

But Joe isn’t writing this book just to let us hear about his uncomfortable adventures, he hopes to be able to inspire his readers and members of The Write Practice to go on their own adventures, in order to write about them and in order to become better writers. What he actually does is challenge them.

And that he does perfectly! Joe is a great teacher. He wants to write. He needs to teach. He teaches people to become better writers, he teaches people how to write books and finish their book-ideas and he teaches people to publish their writing.

This becomes visible at that very moment in the memoir at the end of chapter One where he writes about the challenges he will try to accomplish. He boomerangs the challenges he got from his readers right back to them.

He also teaches the members of The Write Practice How to Launch a Book like Crowdsourcing Paris. Long before he finishes his book and from the moment the book is self-published and launched, he starts teaching them by doing. In that he’s a great and a very brave role-model. And as a bonus for reading his memoir and for supporting him (as good members of a writing group should do), he starts teaching them How to Write a Memoir themselves.

What if a Cautious Writer has a very hard time trying to live the life of a great writer in Paris?

What if this man is a great teacher?

It is expected the Cautious Writer gets into trouble doing all kinds of out-of-character adventures.

It is expected he and his Very Supporting and Very Brave wife will have a lovely time in Paris.

It is unexpected this is more difficult than they thought, because of their ten-month-old son being quite a handful at that time. That might be so because little children can feel when and respond all in their own way to their parents having a stressful experience.

It is unexpected that Paris isn’t that friendly for them, in the way they experience it.

It is unexpected the reader gets to know Joe so much better. Probably all readers will be touched by the fact that the main character of the book is so honest about his insecurities and flaws and mistakes. It’s quite intimate. It makes him a lovable character.

It is unexpected to me that Joe shares intimate moments in his life with his wife. It makes me feel a bit lonely myself, because it makes me long for a warm, durable, lovable relationship that deepens and deepens because of the effort (both adventure and work) that is put into it, not just from one side, but from both sides.

It is unexpected to me this book turned out to be a memoir to learn from How to Write a Memoir myself.

It is unexpected to me Writing a Memoir is a great way of coping with some particular kind of Writers’ Block. What I really want is to write great fiction. Joe helped me establish a great writing habit. I write a lot. I write very regularly. I feel inspired all the time. Joe helped me work out a well crafted premisse, bookplan and synopsis into a very satisfying first draft. Joe helped me edit this first draft into a very promising second draft. But because life has thrown me some misfortune in my face and at my feet, and the consequences of that misfortune tends to pop up and sit on my shoulder and standing in the way, this great, satisfying endeavor gets more delay than I like.

Now the story I don’t want to tell, I don’t want to write about, I don’t want to publish, a story I want to get rid of as soon as possible, might have a lesson that I might want to tell or share. And choosing a particular situation, and discovering, uncovering this particular lesson, and writing about that in a professional manner at times it pops up uninvitedly, might be even therapeutic in a way, might give me the space to focus on writing something completely different, to focus on the more creative, more fulfilling, more lovely, fantastic, exiting, adventurous things I do want to tell, share or teach.

So Thank You Joe Bunting! It’s much more than I expected, much more than I hoped for, much more than you promised.

Happy Writing,

Suzanne Ruiter

https://suzanneruiter.com

Een man als Joe

Aan de muur bij mijn werktafel hangen foto’s van Nomsa, Joe, Ruby, Prosper en van mijn moeder Audrey. En van nog een paar mensen die me inspireren door wie ze zijn, wat ze voor mij betekenen, de dingen die ze doen, de keuzes die ze maken, de stappen die ze zetten. Nooit eerder omringde ik me met foto’s. Ze brachten me in de problemen. Dat associatieve vermogen en die duizelingwekkende fijngevoeligheid, dat caleidoscopische perspectief op de dingen, maken me vaak genoeg onrustig. Rust is nodig, helder licht, helder water. In kalmte werk ik het beste en meest gefocust, komt dat talent van mij het beste tot z’n recht. Besluitvaardigheid komt dan moeiteloos. Niet bang om fouten te maken.

Joe and me in Paris 17-18-july-2018-BC6A0828_full

Een man als Joseph. Iets in zijn verleden had hem op dit pad gebracht. En verschillende omstandigheden hadden mij dit pad doen kruisen, waarna ik wist dat dit ook mijn weg was, al kwam het niet voor op de oorspronkelijke kaart waar ik over beschikte. Daarom tekende ik ‘m direct na mijn ontdekking in. En het was heel fijn dat Joe daar liep.

Heel vanzelfsprekend  liepen we met elkaar op en we raakten gemakkelijk met elkaar in gesprek. Het was begonnen met een vraag die ik hem stelde. Zijn antwoord was een verademing vergeleken bij de antwoorden die ik eerder op zo’n vraag had gekregen. Zijn antwoord was geen riedeltje, noch een raadsel. Hij maakte bovendien oogcontact. Zijn stem klonk me plezierig in de oren, zijn timbre raakte een snaar.

Terwijl hij me de hand reikte, toen we liepen op een oneffen ondergrond, stelde hij me een wedervraag en luisterde aandachtig naar het antwoord dat ik formuleerde. Het kwam vlot en spontaan, maar was ook bedachtzaam, omdat ik, terwijl ik sprak, naar hem bleef luisteren en kijken. Het had kunnen bezinken, dus het inzicht verraste ons allebei door de rust en helderheid waarmee het nu werd verwoord.

Joe had hier vaker gelopen. Terwijl ik mijn hand in zijn uitnodigende hand legde en we samen als een galante, geoefende danser en een charmante, bevallige, maar minder geoefende en daardoor wat onzekere danseres, namen we toch heel behendig wat hobbels en bobbels, struikelden we bijna over wortels van de oude bomen langs het pad, en omzeilden we wat kuilen en plassen van regenbuien van gisteren. We raakten dieper en dieper in gesprek. We lachten. Zo nu en dan zochten we elkaars ogen, die ook iets zochten op onze gezichten. Soms om beurten, dan weer tegelijkertijd. We zeiden over en weer eerlijke, ware dingen en luisterden naar elkaar. Soms waren we ook gewoon een hele tijd stil.

Er kwam natuurlijk een moment waarop we ons allebei ineens realiseerden dat we die dag nog andere dingen te doen hadden. We namen afscheid en gingen elk ons weegs. Ik zag aan de glans in zijn ogen en de stille pauze, dat hij ook wist, wenste, dat we elkaar weer zouden zien. Hij spreidde zijn armen en omhelsde me, hartelijk en respectvol, op z’n Amerikaans. We hadden al die tijd Engels gepraat en ik had het niet eens gemerkt.

Crowdsourcing Paris – Joe Bunting

October 22. 2019 I wrote Joe this message:

Dear Joe, Congratulations on the launch of Crowdsourcing Paris today. You did it! So proud of you. Thanks for sharing some of your adventures (and also a lovely lunch) with me in La Coutume and seeing the sun rise the next day, having a real good time with Joanne and Brian making that trailer. That I’ll never forget. Love and appreciation, best regards, Suzanne

Some days later Joe replied:

Hey Suzanne! Thank you so much. It’s been a looong time coming, and that moment in Paris was a memorable part of the journey. Appreciate you and your friendship! Joe

Gelukkig Noroez

Het is zover. De lente breekt aan. Mijn artikel over Noroez is gepubliceerd in het maartnummer van Praxisbulletin van Uitgeverij Malmberg. Meer dan honderd miljoen mensen in de wereld vieren met Noroez het begin van het nieuwe jaar. Noroez betekent ‘Nieuwe Dag’ en kent in de bijbehorende dertiendagentijd (van 21 maart tot 3 april) een reeks aan tradities en rituelen om het nieuwe jaar in te luiden. Ik nodig iedereen uit om met de suggesties die ik in dit artikel doe invulling te geven aan dit prachtige Perzische natuurfeest.

Praxisbulletin 7-Omslag-72kb

 

Gelukkig Nieuwjaar

Deze slideshow vereist JavaScript.

Eind februari verschijnt in Praxisbulletin van Malmberg mijn artikel Nieuwjaar in Iran. Zoals het in Nederland gebruikelijk is om oud en nieuw te vieren op 31 december en 1 januari, zo is het wereldwijd al duizenden jaren gebruikelijk om op 21 maart Noroez te vieren. Noroez betekent ‘Nieuwe Dag’ en kent in de dertiendagentijd een reeks aan tradities en rituelen om het nieuwe jaar in te luiden. Op die dag staat de zon precies boven de evenaar en duurt de dag net zo lang als de nacht, de lente begint.

Mijn artikel is een uitnodiging aan alle scholen, dit jaar Noroez uitbundig te vieren en bevat lessuggesties voor de dertiendagentijd. Van oorsprong is Noroez een Perzisch nieuwjaars- en voorjaarsfeest. In Nederland wonen ruim 65.000 mensen die Perzisch spreken (Farsi), sinds de komst van vele vluchtelingen naar ons land zijn dat er nog tienduizenden meer. Sluit met vieringen in school en buurt aan op vieringen die wereldwijd tot de belangrijkste feesten behoren. Vieringen en tradities uit oeroude culturen gaan over waarden die we delen. UNESCO zette Noroez op de lijst van waardevolle humanitaire vieringen. De Verenigde Naties verklaarden Noroez tot officiële internationale feestdag. Noroez beslaat een periode van dertien dagen vanaf 21 maart. In 2016 valt 21 maart op maandag. Pasen valt dit jaar midden in de dertiendagentijd. De laatste dag van Noroez valt in het weekend van 2 en 3 april. Vier daarom dit feest op school met gasten op vrijdag 1 april. Nodig bijvoorbeeld tijdig (Syrische) vluchtelingenfamilies uit opvangcentra bij u in de buurt uit op school voor de viering van Noroez. Gebruik daarvoor de uitnodigingsbrief in Farsi die als uitbreiding van het artikel op Praxisbulletin.nl zal worden gepubliceerd.