U, de ideale lezer

U kende de auteurs van ‘De achterkant’ inmiddels. Ze waren u trouw en vertrouwd. Dit is een paradigmashift. Ze stopten aan het begin van de nieuwe middeleeuwen. Ik neem de fakkel over, koester het als een waakvlammetje. Ik probeer wat licht te schijnen op het pad dat ons uiteindelijk weer bij een nieuwe renaissance en hopelijk een nieuwe verlichting brengt.

Langs dat pad staan mensen. Laten we kijken naar wat ze doen. Laten we proberen te begrijpen wat we zien. Met mededogen, oog op verzachtende omstandigheden en de menselijke maat. Fouten maken mag. Struikelen. Je kwetsbaar voelen, blij, bang, bedroefd of boos. Ik zoek naar de juiste woorden, metaforen en vooral naar de juiste toon, steeds met de beste intentie. Vanzelfsprekend sla ik daarbij vast ook wel eens, of misschien geregeld de plank faliekant mis.

Dag gewaardeerde heren Klapperman en Kluizenaar, u leerde mij verlangen naar de zee en naar de eenzaamheid, dank daarvoor. En nu kan ik een schip bouwen. Ik denk nu te weten hoe het moet. De weg op zee weet ik nog niet. Hoe weet ik de weg op zee, kapitein? ‘Daar is geen huis, daar is geen straat, daar is geen bord waar de naam op staat van de richting die je moet gaan.’ Ik bouw er iedere dag aan, in afzondering verbonden met de wereld. Het lostlaten is het lastigste stuk. ‘The art of losing isn’t hard to master’. Ik word er iedere dag beter in: ontvankelijk blijven, tot me nemen, incasseren, loslaten, afstand nemen, er omheen lopen, beetpakken, beetnemen, door mekaar rammelen, loslaten, nagelen, schuren, bevoelen, bevragen, aanwijzen, uitlijnen, toelichten, waterdicht maken, te water laten, uitzenden, uitvaren, uitzwaaien, uitblazen.

Ik ben de nieuwe.

Nieuw hier. Wat onwennig nog hier in de schaduw van mastodonten.

U bent nog steeds dezelfde.

Ook ik zat ooit zo aan mijn ontbijttafel, mijn haar nog warrig, kop koffie of thee erbij. Maar altijd al met pen en papier en soms een schaar.

Nu roep ik de beelden voor u op, omdat ik rondkeek en het me herinnerde met mijn ogen dicht.

Staat u me toe?

We zitten samen aan die tafel, iedere dag. Allebei net wakker. Verwonderd saam te zijn.

Het doet me genoegen aan te mogen schuiven.

U zal ook terugpraten. Mogelijk leeft u mee. Of ik met u. Soms botsen we of stoten we ons aan een scherpe hoek. Pleister op de wonde.

Als het pagina 2 wordt, is de deadline om drie uur. Wordt het de achterpagina, dan heb ik respijt tot even tegen zessen. Zo werd het me verteld. Dus daar ga ik van uit.

De verbinding leg ik tussen de actualiteit en andere zaken, alsmede tussen hoe ik het zie en mijn binnenwereld. Zonder duidelijkheid over hoe het verder loopt. Dingen aan te stippen, zonder ophouden. Met wat we nu weten of konden weten. Voortschrijdend inzicht.

Ik ben de nieuwe kluizenaar. Al blijf ik graag mobiel en in contact. Het draait om contact. Vandaar mijn zoektocht naar wat flexwerkplekken, een goede camper en omdat ik bovendien graag writer in residence ben, hou ik me ook daarvoor van harte aanbevolen. Wat moet zo’n jong ding in afzondering? 500 woorden schrijven. En nog eens. En nog eens.

Columns schrijven, essays, blogs, korte verhalen en romans. Reviews, achtergrondartikelen, theaterteksten. Vandaag weer een stap in de goede richting.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s